De vergeten motor van groei
- Aege Steensma

- 7 uur geleden
- 2 minuten om te lezen

Europa lijkt soms wel een museum van zijn eigen succes. De straten liggen vol monumenten van vroegere welvaart, de vergaderzalen vol commissies die diezelfde welvaart proberen te conserveren. En toch is er één terugkerend probleem waar geen enkele taskforce, green deal of herstructureringsfonds echt vat op krijgt: structurele economische groei. Duitsland, Frankrijk en Italië, drie van de grootste economieën van Europa, kampen al jaren met stagnerende productiviteitsontwikkeling en trage technologische vooruitgang.
De toekenning van de Nobelprijs voor Economie dit jaar aan Joel Mokyr is daarom een subtiele tik op de Europese vingers. Mokyr, de Nederlands-Amerikaanse econoom van Northwestern University, kreeg de prijs voor zijn werk over het fundament van duurzame economische groei, of beter gezegd: waarom sommige samenlevingen wél een industriële revolutie doormaken, en andere eeuwig blijven steken in belofte. Zijn onderzoek gaat precies over wat Europa vandaag cq al decennia mist: de koppeling tussen kennis, technologie en economische dynamiek.
Zijn kernboodschap is even elegant als ontnuchterend: groei ontstaat niet vanzelf, maar uit een cultureel ecosysteem van kennis, kunde en instituties. Mokyr noemt het “the Republic of Letters”: een samenleving die nieuwsgierigheid beloont, ambacht koppelt aan wetenschap, en fouten ziet als vooruitgang. De Verlichting van de achttiende eeuw leverde juist wel dat economische klimaat en daarmee de Industriële Revolutie.
In het Europa van vandaag lijken we eerder te leven in de Republiek van Vergunningen: eindeloze procedures, nationale reflexen en een soort regelrechte lethargie die innovatie langzaam verstikt. Dat punt raakte ook de Financial Times in een recente analyse (“Nobel Prize for Economics awarded to Joel Mokyr, Philippe Aghion and Peter Howitt ”). De krant signaleert dat Europa “te comfortabel” is geraakt met reguleren in plaats van creëren, met beschermen in plaats van bouwen. Terwijl de VS hun tech-ecosysteem verder uitbreiden en China vol inzet op industriële innovatie, blijft Europa steken in bestuurlijke voorzichtigheid.
Daar sluit het Draghi-rapport, de recent gepresenteerde blauwdruk voor een nieuw Europees groeibeleid, opvallend goed bij aan. Draghi’s diagnose is glashelder: Europa mist schaal, snelheid en durf. Zijn advies: meer gezamenlijke investeringen in vaardigheden, technologie en infrastructuur, en minder barrières tussen landen en markten. Of, in Mokyrs termen: herbouw het ecosysteem waarin kennis kan bloeien, technologische competentie kan groeien en instituties niet remmen maar stimuleren.
Het is moeilijk om niet te glimlachen bij de gedachte dat we een tachtigjarige econoom en een voormalige ECB-president nodig hebben om ons eraan te herinneren wat eigenlijk common sense zou moeten zijn: dat groei niet komt van subsidies of slogans, maar van nieuwsgierige mensen die dingen maken, en van overheden die dat niet onmogelijk maken. Misschien is dat de les van dit moment: dat Europa weer durft te investeren in de lange adem van vooruitgang. Niet de volgende hype, maar het volgende fundament. Niet de bescherming van wat was, maar het bouwen van wat nog niet is.
Weet je welkom om van gedachten te wisselen over hoe je voor jouw organisatie mensen kunt vinden, selecteren, ontwikkelen en positioneren die een sleutelrol kunnen spelen in het versterken van de technologische ontwikkeling en slagkracht van je team.
Warme groet,
Aege
PS Sandra Phlippen en Sander Schimmelpenninck maakten deze podcast. Sandra legt helder, sprankelend en vlijmscherp uit waarom al het voorgaande logisch is. Aanrader…





Opmerkingen